Zywa
Onderstroom
Onder onze blauwgroene tevredenheid
glad gespannen door de mooie dag
drijft een stroom ons de berg in
In wijde tunnelstraten glijden we
door het zwarte licht langs
stalacmama's en stalagpapa's en
echo's van optochten, een Sirene
zingt blootsvoets om regen, helder
vallen de druppels uit haar mond
Verderop vieren muzikanten de geplukte tijd
Voor hen is het alle dagen feest
in de grotten van de schimmen
waar geen seizoenen zijn, geen wc's
waar niemand naakt is, niemand gestreeld
en niemand toegang heeft
tot de verborgen kamers
van gestolde pijn, de holtes van hemels
vol sterren in de buik van de berg
zonder baby's, bewaakt door brigades
vleermuizen, onze harten bonzen
als vulkanen door de gangen
want er trilt zich iets
misschien wel vrij naar de zon -
maar het loopt met een sisser af
|