Door de dertien deuren dragen ze
me, opgevouwen in een kist, boeken
onder mijn knieën en mijn hoofd
zachter op het garen eromheen
Ik heb geoefend me niet te verroeren
niet te zuchten, kuchen of hoesten
In ondergoed ben ik onderweg
uit mijn wetteloze veroordeling
De wereld heeft wetten nodig
die boven de partijen staan, ik denk
al jaren over grenzen heen
over het recht op vrijheid
de vrije zee en zelfbeschikking
van volken, urenlang zit ik stil
te schrijven zonder een zucht of kuch
ik heb geoefend me niet te verroeren
elke avond twee uren in de kist
om het plan te laten slagen
dat de liefde van mijn vrouw
voor mij bedacht
Gedicht 2486 Amsterdam, 2019-10-28 Hugo de Groot (1583-1645): juridische verhandeling "Mare Liberum" ("De Vrije Zee") in 1609, ontsnapping uit slot Loevestein op 22 maart 1621 Bundel: De trek Trefwoord: Vrijheid: zelfbeschikking Eerbetuiging aan: De Groot, Hugo